
Krijg jezelf in beweging
Vraag 1/5
Kies een activiteit
Kies een activiteit die je makkelijk in je dag kan plannen. Het moet iets zijn dat haalbaar is en maximaal 30 minuten duurt.
Voorbeelden:
• Een snelle wandeling in de buurt
• 15-30 minuten fietsen
• 20 minuten yoga of stretchen
• 15 minuten krachttraining (bijvoorbeeld push-ups, squats)
• Een korte danssessie met video
Vraag 2/5
Plan het in je agenda
Kies een moment op de dag en zet het in je agenda of als herinnering op je telefoon. Het is belangrijk dat je het inplant op een tijdstip dat je weet dat je het ook echt kunt doen. Door er echt tijd voor vrij te maken, geef je het dezelfde waarde als een belangrijke afspraak.
Voorbeelden: direct na school/studie/werk, in de lunchpauze of na het avondeten.
Vraag 3/5
Voorbeelden: thuis, buiten of in de sportschool.
Vraag 4/5
Wat heb je nodig? En hoe zorg je ervoor dat er niets in de weg staat om te starten?
Bijvoorbeeld: sportkleding. En: leg je sportkleren klaar.
Vraag 5/5
Gewoon beginnen
Je hebt het gepland en nu is het tijd om het ook echt te doen. Je hoeft niet te wachten tot je er zin in hebt: begin!
Hier zijn nog twee tips:
Zet een timer voor de activiteit en begin gelijk.
Geef aandacht aan de activiteit, niet aan hoe het voelt. Als je bezig bent, merk je vaak dat het makkelijker gaat dan je dacht.